Island Hopping: Koh Lanta – Koh Lipe – Langkawi – Penang

11 januari 2016 - Tanah Rata, Maleisië

Koh Lanta
Na mijn bezoek aan het nationaal pak op het vast land van Thailand, nam ik de boot naar Koh Lanta, het eerste eiland van de vier eilanden dat ik zou aandoen in de westelijke Andaman zee. Het was een vrij lange tocht met een trage boot maar het uitzicht onderweg maakte veel goed. Op Koh Lanta verbleef ik in Metallic Hostel, een erg levendige plek met veel jonge mensen en een fijne sfeer. Vrijwel meteen kwam ik terecht in een klikje met een Brit, een Hollandse en een Franse en we gingen lekker eten op restaurant en daarna nog wat doorzakken in een bar aan het strand. De volgende dag was het al oudejaar en nam ik samen met Ben uit GB de scooter en verkenden het eiland. Onderweg geregeld gestopt om van het uitzicht te genieten en we kozen het mooie Bamboe Beach in de zuidelijke punt van het eiland uit om er te zwemmen en onze dorst te lessen. ’s Avonds was de uitbater van de hostel duidelijk van zin zijn best te doen om ons een fijne tijd te bezorgen. Hij en zijn vrouw verzorgden een feestmaal dat ons goed gesmaakt heeft, een soort Thaise soep/fondue. Na ons volgestopt te hebben zijn we vuurwerk gaan kopen en hebben we ons naar het strand begeven. Zelf enkele pijlen afschieten was vooral een grappig tafereel en leuk om eens gedaan te hebben. Daarna werden we om 12u op het strand getrakteerd op een spectaculair vuurwerk, dat had ik niet verwacht op dit eiland. Op het strand werd er nog wat gedanst en gevierd om het nieuwe jaar goed in te zetten. De twee daarop volgende dagen heb ik vooral genoten van de rust, zwemmen, lekker eten, boek lezen op het strand, beetje plannen aan het vervolg van de reis,…


Koh Lipe
De eerste zondag van januari nam ik de speedboot om Koh Lipe te bereiken, het grootste en tevens enige bewoonde eiland dat onderdeel uitmaakt van de eilandengroep die het beschermde Ko Tarutao Marine National Park vormen, helemaal in het zuiden van Thailand. Daar checkte ik meteen in bij Davy Jones Locker Diving Centre, een gezellig kleinschalig duikcentrum gelegen op het zuidelijke Pattaya beach. Duikinstructeur Ed en ik planden samen in totaal zes duiken gespreid over de komende twee dagen. Na deze bespreking ging ik eens rond het eiland, hetgeen in een uurtje goed te doen was. Dit eiland gaf me echt een soort van Robinson Crusoe-gevoel omdat het zo klein is, volstaat met palmbomen, het water kristalhelder is en het plaatje precies uit een film is geplukt. De volgende dag was het dan eindelijk zover, diving! In de voormiddag eerst naar een Thais wrak gedoken op dertig meter diepte, gezonken ergens in de jaren ’80. Daarna een duik gedaan op StoneHenge, een geheel van rotsformaties onder water vol kleurrijk hard en zacht koraal met vele tropische vissen. In de namiddag namen we de boot naar een kleiner en verder gelegen eiland om nog meer koraal en vissen te spotten. Na een mooie zonsondergang op Sunset beach ben ik met een Italiaan all-you-can-eat seafood gaan eten in een restaurant in Walking Street (de enige straat op het eiland). Zelden zo goed, zo vers en zo veel seafood gegeten voor een prijs die in Europa onmogelijk zou zijn. De volgende dag weer vroeg opgestaan voor de laatste twee duiken. De instructeur was ’s ochtends in zijn nopjes want blijkbaar was de combinatie van halve maan en afwezigheid van wind perfect om naar de andere kant van het eiland te gaan en daar in een meer afgelegen deel van het maritiem park te duiken. En gelijk had hij: twee prachtige duiken gedaan met perfecte zichtbaarheid tussen ontzettend kleurrijk koraal, ongelooflijk veel vissen in alle soorten en maten, krabben, jellyfish, morrayeels, boxfish, … en als kers op te taart, jawel, twee schildpadden die ons vergezelden en zich zelf lieten aaien!

Langkawi
In de namiddag begaf ik me naar de immigratiedienst om de boot te nemen naar Langkawi, het meest noordelijke eiland van Maleisië. Na het duiken was ik zo moe dat ik van de boottocht niets gemerkt heb. Eens aangekomen kreeg ik een lift van een Deens koppel en kwam zo aan in Boxpackers hostel, een net geopende hostel door de erg vriendelijke Chinees June Lee. Maleisië maakte een speciale eerste indruk op mij. Het is een gekke samenvloei van Maleisische, Chinese en Indische invloeden, verpakt in een Islam-jasje. Alles is goedkoop, toch modern en nog steeds Azië. ’s Avonds nam June ons mee naar de night market waar je erg lekker kan eten aan de tientallen kraampjes. De volgende dag was een rustdag, ik werk wat aan mijn reisfoto’s en ga wat lezen op het strand, beetje zwemmen, lekker eten, en ’s avonds genieten van het taksvrije bier. De volgende dag huur ik samen met Helen uit GB een scooter en rijden we een stukje rond het eiland naar de westelijke uithoek. Daar nemen we de cable car naar de top van de berg, wandelen over de skybridge en genieten van het uitzicht over de bergen en de omliggende eilanden. Het is snikheet en kunnen zeker wat verkoeling gebruiken dus gaan we zwemmen in de nabijgelegen waterval met fantastisch uitzicht over de vallei. Eens terug in de hostel wordt ik meegevraagd om op het strand een cocktail te gaan drinken bij zonsondergang. Eerst worden we getrakteerd op een fantastische zonsondergang en daarna trakteert een Maleisische kerel ons al het eten en drinken dat we maar willen. Daarna laat hij zich echter volledig gaan en bevestigt daarmee het cliché dat de mensen van het vaste land enkel naar hier komen om te zuipen. Toegegeven, ik had het slechter kunnen treffen, een erg geanimeerde en gratis laatste avond op Langkawi gehad!  

Penang
Op de middag nam ik het vliegtuig, een Firefly, naar Penang. Erg leuk om met zo’n klein vliegtuigje over de heldere zee en de eilanden te vliegen en te genieten van het uitzicht. De bus naar de hostel in Georgetown duurde langer dan de vlucht tussen de twee eilanden. Ik check in bij Reggae hostel en ga voortreffelijk eten bij de lokale Indiër om de hoek. Daar kom ik toevallig een Noors koppel tegen dat ik leerde kennen tijdens mijn duikcursus in Koh Tao, we maken er samen een gezellige avond van. De volgende ochtend zit ik met twee Duitsers aan de ontbijttafel en we besluiten om samen Georgetown te ontdekken. We gaan op zoek naar de street art in de binnenstad en genieten van de gezellige sfeer, grotendeels gevormd door de goed bewaarde koloniale gebouwen en kleine steegjes met pittoreske koffieshops, winkeltjes en bars. Na de middag blijven alleen ik en Sandra over en eten erg lekker in een overdekte binnenplaats met vele kraampjes met lokale specialiteiten. Na de middag bezoeken we een Chinese tempel met uitzicht op de haven en bezoeken Pinang Peranakan Museum, een prachtig 19de eeuws huis, omgevormd tot museum met veel pracht en praal en info over de Chinese heerschappij in die tijd. Gisteren ben ik nog een dagje met Sandra naar het strand gegaan voordat ze terug aan het werk moest in Kuala Lumpur. Vandaag nam ik de bus naar Cameron Highlands, een koelere hoogvlakte landinwaarts. Morgen zal ik hier deelnemen aan de jungletrek, een bezoek maken aan de theeplantages en van het bergachtige landschap genieten. Daarna vervolg ik mijn route naar het zuiden van Maleisië. Na de eilanden en de natuur in het binnenland is het tijd voor de grootstad Kuala Lumpur. 

Foto’s

1 Reactie

  1. Johan Polé:
    12 januari 2016
    Wat een geweldig geschreven verslag weer ! Boeiend en uitnodigend om te lezen, en het geeft zin om zelf te vertrekken....